De ziel
Wat de ziel is, kan ook ik u niet vertellen. Al duizenden jaren houden denkers en mystici zich ermee bezig zonder resultaat van een eensluidende definitie. Ook in de natuurwetenschap hebben wetenschappers er moeite mee. Want, wat valt er eigenlijk over de ziel te weten, te meten, te wegen of ermee te experimenteren? De ziel leent zich niet goed voor wetenschappelijk onderzoek of om hypothesen te falsifiëren. Zij ontsnapt aan onze waarneming als studieobject. Voor sommige tijdgenoten een reden om haar bestaan in twijfel te trekken, te ontkennen of te bagatelliseren. Zijn wij echt alleen maar ‘ons brein’ dat alle menselijke processen aanstuurt? In de huidige en naar mijn smaak wat eenzijdige materialistische benadering van de werkelijkheid is er voor zoiets als een ziel weinig ruimte. Jammer, want dit betekent een verschraling van ons mens- en wereldbeeld.
Sterven en de ziel

Toen mijn tweelingbroer in mei 2013 in Phoenix, Arizona, VS, in mijn armen zijn laatste adem uit blies, kwam zijn leven tot stilstand. Zijn ademhaling en hart stopten. Niets deed het meer. Op de monitoren was er geen hersenactiviteit meer te bespeuren. Ik zag hem sterven. Het voelde alsof het leven letterlijk uit hem weg vloeide tot het helemaal weg was. Wat precies vlooeide daar weg? Wat ik samen met een paar dierbaren nu in mijn armen nog liefdevol strelend vasthield, was niet langer mijn lieve tweelingbroer Konrad. Die was ‘vertrokken, overgegaan, verhuisd’. ‘Transition’ werd het daar genoemd. Zijn lichaam bleef leeg en dood achter. Dit was mijn Konrad niet meer. Ik voelde bij zijn overgang echter een diepe verbondenheid met hem en liefde. Er was niet alleen maar verdriet. Diep van binnen vibreerde ik ergens mee met zijn overgang naar Het Licht. Zo noemde hij dat eerder. ‘Luis, all is well, I’m in good hands’ waren zijn laatste woorden tegen mij tien dagen eerder geweest, toen er nog volop hoop op herstel was. Deze woorden hielpen mij bij het loslaten, vrede sluiten en verwerken. Ik verzette me minder tegen de nieuwe werkelijkheid van een leven zonder Konrad. Ze helpen nog steeds.
Condor
Toen wij enkele dagen later een deel van zijn as naar zijn wens in de Grand Canyon uitstrooiden, vloog er op dat moment een condor recht op ons af en rakelings voorbij. Synchroniciteit. Wat was dat? Wat deed deze ‘boodschapper tussen hemel en aarde’ – zoals wij samen de condor 7 jaar eerder hadden leren kennen op onze reis naar Machu Picchu – daar juist op deze gedenkwaardige plek en op dit heilig moment? Vanaf een afstand was deze vogel een doodgewone prachtige condor die in zijn eigen (nog vrij nieuw) habitat een inspectieronde vloog. Voor mij betekende hij een verbinding met iets groters: met transcendentie. Hij stond symbool voor de overgang, de transitie, de reis naar een nieuwe bestemming van Konrad. ‘All is well’! knipoogde hij mij toe: ‘zie hoe vrij ik ben’! Ik voelde me wonderlijk nauw verbonden met Konrad, terwijl wij juist op dat moment zijn as uitstrooiden. Ik maakte gauw deze foto.

Geloof
Ik geloof in de ziel. Ik geloof in een werkelijkheid, die groter, dieper, breder en hoger is dan mijn brein en ik zelf kan bevatten. Dat vind ik trouwens ook van toepassing op talloze andere aspecten van het leven, zoals b.v. liefde, roeping, synchroniciteit en toeval, intuïtie, contingentie, het adembenemend rijke en onmetelijke universum zelf, de orde in de natuur en haar schoonheid, de eeuwigheid, het wonder van de mens en het leven zelf. Ik kan dit alles bevatten noch doorgronden. Dat heeft volgens mij minder met deze aspecten van de werkelijkheid te maken, maar veel meer met mijn eigen beperkingen en grenzen. Het knelpunt ligt bij mij en in mij: bij mijn begrensd denkvermogen en verstand, mijn beperkt aantal zintuigen, mijn beperkt brein van ca 1,5 kg. De ziel in mij- zo voel ik dat aan – heeft daar geen last van, want onbegrensd, eeuwig, wellicht zelfs goddelijk. Hoe valt dit te begrijpen of te bevatten en zo mogelijk te bewijzen? Er valt wel veel om zich over te verwonderen, te laten raken, te laten inspireren.
Verbinding

De ziel betekent voor mij een raam door mijn beperkingen heen als een verbinding met een grotere, diepere, onuitsprekelijke, overweldigende werkelijkheid. Het is een innerlijke ruimte, diep in mij, in mijn centrum, die maakt wie ik werkelijk ben. Ik heb daar geen enkel bewijs voor, maar voel dat zo aan, stel me dat zo voor. Deze gedachte past bij mij, bij mijn achtergrond, bij de mens die ik ben, bij mijn levenservaring tot nu toe. En tot er een ander en beter inzicht of diepere kennis bij mij groeit, kan ik daar goed mee leven. Ik blijf wel open en zoekende en laat mij graag inspireren.
Op de ziel getrapt
Ik geloof dat de ziel – paradoxaal genoeg – ook pijn kan hebben, bv. als iemand op zijn/haar ‘ziel’ getrapt wordt. Een ziel kan in de knel komen b.v. door ziekte, zorgen, verwaarlozing, angst, onrecht, misbruik, ontkenning, leugens, geweld etc. Hoeveel mensen lijden daar niet aan? Dan lijdt niet slechts het lichaam, maar alle geestelijke, psychische, mentale en sociale aspecten van de mens, inclusief hart en ziel.
Blij

De ziel kan ook blij maken bij goed contact, b.v. bij een liefdevolle ontmoeting, zielsverwantschap, mooie muziek, aansprekende kunst, synchroniciteit en toeval, een natuurschouwspel of tijdens een authentiek ritueel zoals een meditatie of inspirerende liturgie. Bij een ontmoeting met iets of iemand die voor mij van waarde is, goed, mooi, echt en heilig is, kan er een directe verbinding ontstaan met mijn innerlijke ruimte, mijn ziel, mijn wezen. Dan gaat er iets open in mij en word ik heerlijk geraakt, ja ontroerd en krijg ik het behaaglijk warm van binnen. Dat geeft dan positieve energie, ik knap ervan op en ik voel dan iets van: ‘All is well!’ Ik voel me dan wonderlijk verbonden. Het voelt aan alsof iets dan in mij straalt, zingt, danst en lacht. Woorden kunnen deze ervaring niet echt goed uit drukken. Zulke momenten vullen me wel met geluk, verwondering, vrede en ontzag. Ik ben me er dan meer dan anders van bewust en dankbaar dat ik leef, dat ik er mag zijn en dit mag mee maken.